GESCHIEDENIS SLAGERIJ BOEZER

In 1890 begon Cees Boezer in Raamsdonk-dorp een slagerij in de Molenstraat. Ruim een eeuw later heeft Alfred Boezer het roer of beter gezegd het slagersmes in handen genomen.

Eén ding is echter ongewijzigd gebleven: Boezer is nog steeds een ambachtelijke slagerij. In 1927 nam overgrootvader, die ook Cees Boezer heette, de in de Prins Bernhardstraat gevestigde manufactuurwinkel, toen ook wel het ellenwinkeltje genoemd, over. Daar vestigde hij zijn handel in vleeswaren zonder rokerij. In de Molenstraat stond nog steeds een stenen slachthuis en een schuur met een stenen rookkast ten dienste van spek en 'vleeschrookerij'. In die tijd werden er ook nog veel huisslachtingen gedaan. Cees Boezer, die in 1968 de slagerij overnam van z'n vader Teunis, heeft nog de tijd meegemaakt dat de slachtingen bij zowel de boeren als bij de burgers thuis werden verricht. Na elk geslacht varken kregen ze dan een borreltje. Na een aantal varkens geslacht te hebben, waren de slachters dan vaak behoorlijk aangeschoten. In Raamsdonk werd het vlees voor de slagerij uitgebeend en voor een gedeelte gerookt en vervolgens werd het in kleine stukken per transportfiets vervoerd naar de winkel in Raamsdonksveer.

In de oorlog werd de gevel van het pand aan de Prins Bernhardstraat aan flarden geschoten. Direct na de oorlog is de huidige gevel geplaatst.

Sinds 1 augustus 1996 is de 4de generatie in de slagerij werkzaam: Alfred Boezer samen met zijn vrouw Désirée Houben.